Het is de laatste tijd een rage aan het worden op echte oude luiten te spelen. Niet alleen T. Satoh met zijn Greifluit en J. Lindberg met de Rauwolf maar ook Peter Croton heeft een authentieke 14 korige liuto attiorbato, gebouwd in Venetiᅵ in 1640 door Matteo Sellas en in 1994 gerestaureerd door J. G. Houcken.
De laatste tijd zijn er al heel wat nieuwe bewerkingen van de zgn luitwerken van Bach verschenen, denken we maar aan de bewerking voor 5 korige barokgitaar door Thomas Schmitt, zie bespreking in Geluit 44, en Eric Belloq samen met André Burguete die experimenteren met een tertsenstemming, waardoor Bach volgens hen plots veel beter speelbaar zou zijn. Op het luitfestival in april j.l. kon u hier een hele lezing over horen.
Hopkinson Smith maakte bewerkingen voor barokluit (uitgave Ut Orpheus nrs..) van BWV 995 tot en met 999, Satoh besluit zijn methode met BWV 999 en 1007 maar dan getransponeerd naar de toonaard van Mi mol groot omwille van het campanella effekt. Keuze te over dus, wat voor luit je ook bespeelt. Bach zit duidelijk in de lift, getuige ook zijn plaats in de top 3 van Klara.
Peter Croton speelt BWV995 en 999 in de originele toonaard en bewerkt de 1ste cellosuite BWV 1007 voor cello in een arrangement in Do groot, zelfde toonaard als onlangs ook in de “Hispanica Lyra” tijdschrift van de Sociedad de la Vihuela. Deze toonaard ligt al bijzonder goed op 8 korige en wordt nog verrijkt door de vele extra bassen die op de 14 korige liuto attiorbata voorhanden zijn.
Als extra krijgt u ook nog een luitsolobewerking van het beroemde “Bist du bei mir” niet echt van Bach, maar van Heinrich Stolzel, maar ons bekend uit het Notenboekje van Anna Magdalena.