Een luitig kerstverhaal

Er was eens … een luitspeler die zijn instrument stemde. Het was kerstmis en hij wou ’s avonds, op het feest, met enkele familieleden wat kerstliederen spelen. Voor één daarvan wou hij de luit gebruiken.

Plots klonk een vreselijk geluid: een luide “krak”, gevolgd door nog zo’n drie onheilspellende knallen. En inderdaad, onheil was geschied: bovenblad losgekomen over een lengte van twintig centimeter, plus een scheur in het bovenblad, van de rand tot aan de kam.

Onze luitspeler zat met z’n handen in het haar. Die avond kon hij de luit wel missen, en dat ene stuk op blokfluit spelen. Maar was zijn mooi instrument nog te redden? Een mailtje dan maar, ondanks dat het een feestdag was. Naar een bevriend luitbouwer, met in cc. drie personen: zijn leraar, en twee vriendinnen die ook luit spelen.

En dan geschiedde het wonder: enkele uren later was van alle vier antwoord ontvangen. Alle vier boden ze aan dat hij langs kwam – op 25 december!! – om een luit te lenen (hij had blijkbaar niet duidelijk gemaakt dat het niet zo dringend was). Wat een respons, wat een solidariteit!

Zoals met veel sprookjes, liep ook dit goed af: enkele dagen later lag het beschadigde instrument bij de bouwer, die hem geruststelde. De herstelling zou maar een paar weken duren, en in afwachting kreeg de luitspeler een mooi instrument mee – geen excuus dus om niet meer te oefenen…